Vrijdag 18 april
Op ons agenda staat een rondrit vol bezienswaardigheden op Karpaz, het naaldvormig schiereiland, gepland.
We zijn nog maar een half uur onderweg als we al op compleet de verkeerde baan zitten.
We rijden op een smal bergweggetje dat ons bijna terugbrengt naar ons vertrekpunt. Positief aan de verkeerde baan is dat het ons een formidabel uitzicht over het vijfvingerig gebergte geeft.
Vervolgens nemen we de kustweg richting Dipkarpaz, het laatste dorp op het schiereiland.Onze eerste stop brengt ons 630 m boven zeeniveau. Hier bevindt zich het Kantara Castle, één van de 3 kastelen van het vijfvingerig gebergte.
Van hier zie je werkelijk dat je op een smalle landtong zit, zowel lang links als rechts zie je de Middellandse Zee.
Het middeleeuws fort biedt een mooi uitzicht over de Famagustabaai en de kust van Klein-Azië.
We rijden verder tot Sipahi, waar de Ágia Trias, een driebeukige vroegchristelijke basilica uit de 5de eeuw, te bezichtigen is.
Deze werd pas in 1957 door archeologen ontdekt en is vooral bekend om de grote mooi bewaarde vloermozaïeken.
De volgende bezienswaardigheid langsheen de kust waren we bijna voorbijgereden. Even terugkeren voor de Ágios Thýros kapel was toch wel de moeite waard! Deze kapel dateert uit de 16de - 17de eeuw.
Naast de kapel leiden trappen ons naar beneden naar een ondergrondse ruimte waarin zich een bron met heilig water bevindt, die huidziekten schijnt te genezen.
Interessant zijn de vele zakdoeken van stof en papier die uit de muurspleten steken. Zij moeten de gebeden van de gelovigen ondersteunen.
Vanaf hier gaat het naar Dipkarpaz. De huizen van dit dorp liggen wijd verspreid in een groen, hooggelegen dal. Het dorpscentrum wordt gekenmerkt door een oude kerktoren en een nieuwe minaret.
Ondertussen is het al 15 u en dus hoog tijd om iets achter de kiezen te steken. In een typisch restaurantje eten we lamsbrochette op Cypriotische wijze. Het smaakt!!!
Nu is het nog zeker 15 km rijden tot het uiterste puntje van de landtong. Onderweg rijden we langs de Golden Beach, een zandstrand van meer dan 5 km lang. Hier vinden in de vroege zomer zeeschildpadden een toevluchtsoord om hun eieren te leggen.
Even verderop komen we in het beschermd gebied waar wilde ezels hun thuis vinden.Ze zijn zeker niet mensenschuw want al vlug steekt een ezel zijn kop eens in onze auto.
In de buurt van het uiterste punt staat het zwaar verwaarloosde Ágios Apóstolos Andréasklooster.
Tot 1974 was dit klooster het belangrijkste christelijke bedevaartsoord van het eiland.
Vanaf hier is het nog enkele kilomterers rijden naar Zafer Burnu, het uiterste punt van het Karpaz schiereiland.
Op de rotskaap staat véél wind! Het is er een bijzondere plek omdat je vanop de top een zeer mooi zicht hebt op de vorm van de landtong.
De tijd gaat echter razendsnel vooruit; we merken dat het 17 u 45 is, echt hoog tijd om de terugweg aan te vangen want het is zo'n 175 km rijden tot Girne.
Goed half 9 komen we toe in het hotel en gaan we zo vlug mogelijk eten. De afsluiter is ondertussen al gekend.