Donderdag 13 juli
De vakantie loopt stilaan ten einde maar naar deze dag heb ik het meest uit gekeken.
Want vanavond zijn we opnieuw de gelukkigen die mogen plaatsnemen in Dalhalla!
Maar eerst brengen we nog een bezoekje aan de mijn van Falun.
Tijdens het ontbijt checkt Pascal nog even onze toegangskaarten en wat blijkt... de eerste rondleiding is in het Zweeds! Dat was helaas niet de bedoeling. We wilden de eerste Engelstalige rondleiding... dus zorgt Pascal ervoor dat hij als eerste terug aan de receptie staat om de kaarten proberen te ruilen. En dat lukt perfect! We hebben een kwartier extra tijd!
We lazen in een foldertje dat het beneden in de mijn slechts 5°C en redelijk nat is, dus kleden we ons goed aan en zorgen we voor goed schoeisel. En weg zijn wij.
Alvorens we echt afdalen, krijgen we een woordje uitleg over de geschiedenis van de kopermijn. Men begon er koper te delven sinds het jaar 800 tot het jaar 1992. Sinds 2001 staat het op de Unesco Werelderfgoedlijst. Naast koper is er ook sulfide, lood, bismut, zilver en goud gevonden. Dat er meerdere mineralen in de grond zitten verklaart de kleurverschillen die je ziet.
Even verderop vertelt de gids het verhaal van hoe men denkt dat de mijn ontdekt is. Best leuk... "Het verhaal gaat dat de mijn ontdekt werd door een geit, die aan het einde van een dagje grazen met rode hoorns thuiskwam. De boer vond dit merkwaardig en wilde weten waar de kleur vandaan kwam. De volgende dag volgde hij zijn geit en hij vond de plek waar later een enorme kopermijn gesticht zou worden."
Tijdens het ontbijt checkt Pascal nog even onze toegangskaarten en wat blijkt... de eerste rondleiding is in het Zweeds! Dat was helaas niet de bedoeling. We wilden de eerste Engelstalige rondleiding... dus zorgt Pascal ervoor dat hij als eerste terug aan de receptie staat om de kaarten proberen te ruilen. En dat lukt perfect! We hebben een kwartier extra tijd!
We lazen in een foldertje dat het beneden in de mijn slechts 5°C en redelijk nat is, dus kleden we ons goed aan en zorgen we voor goed schoeisel. En weg zijn wij.
Alvorens we echt afdalen, krijgen we een woordje uitleg over de geschiedenis van de kopermijn. Men begon er koper te delven sinds het jaar 800 tot het jaar 1992. Sinds 2001 staat het op de Unesco Werelderfgoedlijst. Naast koper is er ook sulfide, lood, bismut, zilver en goud gevonden. Dat er meerdere mineralen in de grond zitten verklaart de kleurverschillen die je ziet.
Wat onmiddellijk opvalt is het grote gat: "the great pit"; dit is ontstaan door een enorme instorting in 1687. Het werd later nog groter door de mijnactiviteit. Het gat is nu 95 m diep en 350 m breed. De maximale diepte van de mijn is 600 m en diepste mijnschacht is 440 m diep.
Nadat we een prachtige oranje cape en helm kregen, beginnen we aan de afdaling via de trap. In totaal is de rondleiding 700 meter lang en gaan we tot een diepte van 67 meter.
De gids steekt op een bepaald moment een kaars aan en plots zien we een grote grot waar we in staan. De wand is gestut met houten balken, verder is er een immense leegte. Je moet je voorstellen dat dit vroeger allemaal smalle gangetjes moeten geweest zijn. Eerst maakten ze de gangen 's nachts heet met vuur, zodat het steen kraakte en makkelijker uit te hakken was. Later gebruikten ze dynamiet.
De stenen die gehakt werden gingen in een grote bak dia aan touwen naar boven getakeld werd. Soms werden de mannen na hun werk in dezelfde bak uit de mijn omhoog getakeld. Gelukkig hoefden ze dit niet handmatig te doen; een groot waterrat zorgde ervoor dat de mijn droog bleef en dat de stenen naar boven kwamen.
En de mijn was niet alleen van belang voor het koper dat er gedolven werd, maar de koperproductie leverde blijkbaar ook een bijproduct op namelijk een roodkleurig poeder. Met dit pigment gingen de inwoners van Dalarna aan de slag en verfden er hun huizen mee. Als snel kwam er naast de kopermijn een verffabriek waar tot op heden het alom bekende Falunrood geproduceerd wordt!
Verder tref je rond het grote gapende gat nog de oude originele mijngebouwen.
Na dit interessante bezoek aan deze prachtige site, zetten we onze tocht verder. We houden halt in Rättvik, waar we in Sjövillan, met zicht op het Siljanmeer, van een lekker buffet smullen. En als je in Rättvik bent, MOET je op de pier gaan wandelen, zelfs ondanks de felle strakke wind die er staat! Deze "långbrygga" is met zijn 628 m de langste pier ter wereld. We kopen ons nog een ijsje, kuieren wat rond in de winkelstraat en doen boodschappen. Daarna rijden we verder door naar Dalhalla.
Bij aankomst staat er al een rij te wachten tot men de parking opendoet. Na een half uurtje wachten is het dan zover. Alle campers worden netjes op een rij gezet en mogen er blijven staan tot de volgende ochtend 10 u. Chique service van Dalhalla!
Het is reeds de derde keer dat we in Dalhalla zijn, 2 maal voor een opera en nu de eerste maal voor een popconcert; de kaarten voor dit optreden kochten we reeds in november! Dit moet het absolute hoogtepunt van onze reis worden...
Maar eerst is het nog wachten tot ongeveer 20 u, want dan gaan we afdalen in alweer een groeve, dit keer een kalksteengroeve die in 1995 omgedoopt werd tot openluchttheater. "Het grote gat" hier is 60 m diep, 400 m lang en 175 m breed en bied plaats aan 4000 concertgangers.
Om kwart na 9 is het dan eindelijk zover: Per Gessle komt het podium op en geeft gedurende bijna 2 u het allerbeste van zichzelf. Dit met songs uit zijn eigen Zweedstalige repertoire alsook met songs van Roxette, de band waarmee hij in de jaren 1980 bekend werd. Een fantastisch goed optreden, een topper van formaat! De meest perfecte manier om een vakantie mee af te sluiten!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten